Punt 78.
Punt 78 ligt aan de rand van een klein glaciaal bekken in Hilversum. Het bekken eindigt westwaarts in een zadelstructuur op de stuwwal van Hilversum, tussen de hogere delen van de Boomberg en het Hoogt van 't Kruis. De aangetroffen afzettingen hier zijn bijzonder complex en bevatten een mengsel van gestuwde fluviatiele sedimenten, keileem en smeltwaterafzettingen. Een deel van de keileem, in de top van het profiel, is zeer waarschijnlijk basale keileem, hetgeen betekent dat het landijs hier tot op de stuwwal is gekropen. Daarnaast zijn lager in het profiel sedimenten aanwezig die de karakteristieken van een flow till vertonen. Tevens is een opschuivingsstructuur aangetroffen.


Foto 1: Overzicht bouwput



De put is zo'n drie meter diep. Uitsluitend de oostwand was ontsloten.

Foto 2: Zuidelijk deel van oostwand



Dit deel van het profiel toont een geband patroon: een afwisseling van dunne keileemlaagjes met zandlagen. Naar boven toe worden de keileemlaagjes steeds dikker. Naar links toe (noord) wiggen ze geleidelijk uit. Bovenin, zo'n 0,5 m onder straatniveau, is een dikkere keileemlaag aanwezig. Het gelaagde pakket is waarschijnlijk een flow till, met dunne laagjes fluvioglaciaal zand ertussen. De bovenste keileemlaag lijkt eerder een basale keileem te zijn, gevormd onder het ijs.

Foto 3: Middendeel van oostwand



Het middendeel van het profiel toont vrijwel horizontaal gelaagde smeltwaterafzettingen die waarschijnlijk deels afgegleden zijn en daarbij verstoord geraakt. Aan de linkerkant is een schuin verlopend opschuivingsvlak te zien, waarover een complex sedimentpakket door stuwing is opgeschoven. De stuwdruk kwam van links.

Foto 4: Noordelijk deel van oostwand



Het noordelijk deel toont een onder een hoek van zo'n 25° hellend sedimentpakket met complexe samenstelling. Een deel van het pakket bevat keileem. Daarnaast is ook een laag zand met dunne kleilaagjes aanwezig, en fijne bruine zanden.

Foto 5: Keileembandjes in ZO-hoek



Naar boven toe worden de laagjes keileem talrijker en dikker, eindigend in een basale keileem in de top van het profiel. De gelaagdheid is horizontaal tot subhorizontaal, dit pakket is dus niet meer gestuwd. De afzettingen zijn ontstaan tijdens het afsmelten van het landijs, dat hier waarschijnlijk enige tijd min of meer stationair heeft gelegen. Later is het pakket met flow till en smeltwaterafzettingen nogmaals overreden waarbij de basale keileem ontstaan is.

Foto 6: Detail keileembandjes



Bovenin de foto een aantal dikkere banden roodbruine keileem, rijk aan grind. Het grind bevatte vrijwel uitsluitend zuidelijke gesteenten.

Foto 7: Geulvormige insnijding



Onderin het profiel zijn de keileemlagen dunner. De laagjes zijn enigszins vervormd, waarschijnlijk door vervloeiing na belasting door opliggende sedimenten. Iets boven het midden is een geulvormige insnijding zichtbaar, waarschijnlijk een opgevulde smeltwatergeul.

Foto 8: Opschuiving



Een complex sedimentpakket is van links naar rechts over de smeltwaterafzettingen opgeschoven. Hierbij is sleuring opgetreden in de snmeltwaterafzettingen: een deel van deze sedimenten is vervormd geraakt en mee naar rechts verschoven. Rondom het schuifvlak is de sedimentaire gelaagdheid sterk verstoord.

Foto 9: Detail opschuivingsstructuur



Rechtsonder in de foto de verstoorde smeltwaterafzettingen. Daarboven een scherpe begrenzing met het anders gekleurde opliggende pakket. In het opgeschoven sedimentpakket zijn een brok roodbruin-grijs gevlekte keileem zichtbaar, een enkele tientallen centimeters dik pakket fijne tot matig grove bruine zanden en een dunne laag lichter gekleurd zand met kleilaagjes erin.

Foto 10: Smeltwaterafzettingen met granieten



Smeltwaterafzettingen met enkele grotere Scandinavische granieten erin. De afzettingen vertonen kenmerken van deformatie en zijn waarschijnlijk afgegleden, bijvoorbeeld van het ijs af. De afzettingen tonen wel gelaagdheid maar deze is verstoord, daarnaast is er veel grof grind aanwezig waarbij de lengteassen van de steentjes een willekeurige oriëntatie hebben.

Foto 11: Vorstwig



Forse vorstwig met een verticale afmeting van minimaal 1,5 meter. De vorstwig is ontstaan in de smeltwaterafzettingen. In het bovenste keileempakket, net onder straatniveau, is de vorstwig niet aanwezig. Het fenomeen heeft dus een Saalien ouderdom en duidt erop dat het landijs de smeltwaterafzettingen enige tijd niet heeft bedekt.