Punt 30.
Punt 30 ligt aan de binnenzijde van de stuwwal van Hilversum. Morfologisch helt het terrein hier heel flauw naar het oosten. Ruim één meter onder het maaiveld vinden we hier gestuwde afzettingen met een strekkingsrichting van zo'n 55°, de lagen lopen dus noordoost-zuidwest. De stuwingsverschijnselen zijn hier relatief mild, en beperkt tot plooivorming. Waarschijnlijk betreft het gestuwde bekkenafzettingen, ontstaan tijdens een kleinere stuwingsfase na de vorming van de stuwwal van Hilversum.
Foto 1: Overzicht bouwput.
Deze foto toont een overzicht van de ontsluiting, waarop nog niet zo veel te zien is. De put is zo'n 1,5 meter diep en komt net onder de verstoorde toplaag.
Foto 2: Gemarkeerde synclinaal.
Dat verandert na 'intekenen' van contouren op de bodem van de put. Dan wordt een aantal min of meer gebogen lijnen zichtbaar. Deze lijnen geven de vorm van een duikende synclinale plooi weer. Dat is te zien aan de gebogen vorm van de lijnen, gecombineerd met een waarneming van de helling van de lagen, op foto 4. De plooi loopt in noordoost-zuidwestelijke richting. De as duikt naar het noordoosten.
Foto 3: Oostelijk deel van de plooi.
Tussen de twee meest rechtse lijnen is een wat chaotisch beeld van kleiige afzettingen zichtbaar. Deze klei is afgezet in een meertje dat in het bekken lag, en nadien sterk vervormd door de stuwing.
Foto 4: Dwarsprofiel deel van de plooi.
Een kleine dwarsdoorsnede van de afzettingen. Te zien is, dat de lagen ter hoogte van het kompas duidelijk van links naar rechts hellen onder een hoek van ongeveer 45°, en verder naar rechts vrijwel horizontaal lopen. Hier bevindt zich de as van de plooi. Links in de foto zijn weer enkele kleilagen zichtbaar.